Betekenis van:
wereldlijk

wereldlijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • betrekking hebbend op deze wereld, in tegenstelling tot met name het hiernamaals of de kerk
"De koning vertegenwoordigde de wereldlijke, de paus de geestelijke macht."
wereldlijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • tot de wereld behorend, niet geestelijk, niet-kerkelijk
"het wereldlijk(e) gezag"
"een wereldlijk(e) heerser"

Synoniemen