Betekenis van:
voertuig

voertuig (het ~ | meervoud voertuigen)
Zelfstandig naamwoord
  • vervoermiddel dat dient om goederen of personen over land te vervoeren
"een gepantserd voertuig"
"de taal is het voertuig van de geest"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

voertuig
Zelfstandig naamwoord
  • door de mens gemaakt voorwerp, gewoonlijk op wielen, met als doel het verplaatsen van mensen of goederen
"Heden ten dage is de auto het meest gebruikte voertuig."

Voorbeeldzinnen

  1. Open nooit de deur van een voertuig in beweging.
  2. Ik ga liever te voet dan in een voertuig vervoerd te worden.
  3. Voertuig
  4. VOERTUIG
  5. Voertuig.
  6. onderhouds-voertuig
  7. Voertuig fabrikant
  8. Compleet voertuig
  9. (SC) voertuig
  10. Onbeladen voertuig
  11. „EEV-voertuig
  12. Belading voertuig
  13. Opleggertrekkend voertuig
  14. Inlichtingenformulier (voertuig)
  15. voertuig”: motorvoertuig;