Betekenis van:
vlug

vlug
Bijvoeglijk naamwoord
  • met hoge snelheid
"Hij was niet de vlugste deelnemer en daardoor verloor hij."
vlug
Bijvoeglijk naamwoord
  • met een goed verstand of daarvan blijk gevend
"vlug van begrip zijn"
"iemand te vlug af zijn"

Synoniemen

vlug
Bijvoeglijk naamwoord
  • snel; rap; vlug; vlug; vlug; snel
"een vlugge beweging"
"iemand te vlug af zijn"

Synoniemen

vlug
Bijwoord
  • met hoge snelheid, in korte tijd
"Hij ging vlug naar boven."

Voorbeeldzinnen

  1. Niet zo vlug, jonge vriend.
  2. Het zal vlug dag worden.
  3. Zij ging vlug de trap op.
  4. Ik heb het zo vlug mogelijk nodig.
  5. Ondanks de taalproblemen werden we al vlug vrienden.
  6. Ik wens dat ge de kamer vlug in orde brengt.
  7. Ik wil dat het werk vlug gedaan is.
  8. De patiënt zal vlug herstellen van zijn ziekte.
  9. De tijd zal wel vlug genoeg voorbij gaan als ge iets leest.
  10. De combinatie wordt dan zo vlug mogelijk tot een snelheid van 30 ± 2 km/h geaccelereerd en op die snelheid gehouden tot de test is voltooid.
  11. De goedkeuring omvat een verbintenis van de regionale autoriteiten om zo vlug mogelijk de noodzakelijke erkenningen voor „fase 2” te verlenen.
  12. Als dieren aan een andere groep moeten worden toegevoegd, moet dit zo vlug mogelijk na de geboorte gebeuren, bij voorkeur vóór of anders ten hoogste één week na het spenen.
  13. Om de mededinging niet te verstoren en om te voorkomen dat er verschillende veiligheidsniveaus ontstaan, moeten de wijzigingen van Richtlijn 2006/87/EG zo vlug mogelijk ten uitvoer worden gelegd.
  14. Om de mededinging niet te verstoren en om te voorkomen dat er verschillende veiligheidsniveaus bestaan, moeten de wijzigingen van Richtlijn 2006/87/EG zo vlug mogelijk ten uitvoer worden gelegd.