Betekenis van:
vestiging

vestiging (de ~ | meervoud vestigingen)
Zelfstandig naamwoord
  • vestiging, bewoonde plaats
"een prehistorische vestiging"

Synoniemen

Hyperoniemen

vestiging (de ~ | meervoud vestigingen)
Zelfstandig naamwoord
  • zich ergens vestigen; het stichten
"de vestiging van een leerstoel"
"de vestiging van [iets]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. vestiging van jonge landbouwers
  2. Vestiging van jonge landbouwers
  3. vestiging van jonge landbouwers;
  4. Land van vestiging
  5. Vestiging van jonge landbouwers
  6. Vestiging van jonge landbouwers
  7. Vestiging van een winkelketen
  8. Gemeenschappelijke bepalingen inzake vestiging
  9. VRIJHEID VAN VESTIGING
  10. De stad van vestiging.
  11. Vrijheid van vestiging
  12. het recht van vestiging,
  13. Plaats van vestiging
  14. Recht van vestiging, vennootschapswetgeving
  15. _(adres en land van vestiging)