Betekenis van:
vervelend

vervelend
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet boeiend
"Wat een vervelende klus, zeg..."
vervelend
Bijvoeglijk naamwoord
  • op een hinderlijke manier onprettig
"Ik schopte die vervelende jongen direct de klas uit."
vervelend
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet goed; naar
"een vervelende gebeurtenis/karwei"
"wat vervelend voor je!"

Synoniemen

vervelend
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet interessant; heel saai; weinig afwisselend; saai; saai; oninteressant; vervelend; om je bij te vervelen
"een lange, vervelende film/lezing"
"een vervelend boek"

Synoniemen

vervelend
Bijvoeglijk naamwoord
  • vervelend; vervelend, hinderlijk; lastig
"vervelende kinderen"
"vervelend zijn"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Het laatste weekeind was vervelend voor mij.
  2. Gisteren werd ik een god, maar ik vond dat te vervelend, dus vandaag werd ik een duivel.
  3. Commentatoren hebben op verschillende wijzen het geluid van de vuvuzela beschreven als "vervelend" en "satanisch" en vergeleken met "een massale vlucht van olifanten", "een oorverdovende zwerm sprinkhanen", "een geit op weg naar haar slachting", "een gigantische bijenkorf vol met boze bijen" en "een eend die gedrogeerd is met speed".