Betekenis van:
verplicht

verplicht
Bijvoeglijk naamwoord
  • door iets of iemand gedwongen
"Tekenen is een verplicht vak op deze school."
verplicht
Bijvoeglijk naamwoord
  • voorgeschreven
"verplicht verzekerd zijn"
"verplichte militaire dienst"

Synoniemen

Hyperoniemen

verplicht
Bijvoeglijk naamwoord
  • dankbaar; dankbaar; erkentelijk
"iemand verplicht zijn"
"zeer verplicht!"

Synoniemen

Hyperoniemen

verplicht
Bijvoeglijk naamwoord
  • verplicht
"zich verplicht voelen om iets te doen"
"je tot iets verplicht voelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord

verplicht
een vervoeging van verplichten

Voorbeeldzinnen

  1. Adeldom verplicht
  2. Gebruikersnaam en wachtwoord verplicht.
  3. Dragen van een mondkapje is verplicht.
  4. Niemand kan verplicht worden het onmogelijke te doen
  5. Niemand kan verplicht worden meer te doen dan waartoe hij in staat is
  6. Verplicht.
  7. Verplicht”.
  8. „Verplicht
  9. Verplicht
  10. verplicht
  11. Verplicht
  12. Verplicht,
  13. Verplicht
  14. = verplicht
  15. verplicht is;