Betekenis van:
troosteloos

troosteloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • neerdrukkend; troosteloos
"een troosteloos landschap"
"en troosteloze aanblik bieden"

Synoniemen

Hyperoniemen

troosteloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet van zijn trieste stemming te bevrijden
"Een troostelozer dorp was nauwelijks voorstelbaar."