Betekenis van:
treden

treden
Werkwoord
  • met de voeten begaan
"Zij traden op het toneel."
treden
Werkwoord
  • ''met voeten ~'' minachtend behandelen
"De tradities werden hiermee met voeten getreden."
treden
Werkwoord
  • in de genoemde toestand komen; in een toestand geraken; in de genoemde toestand komen; in die toestand komen; in een toestand komen
"in het huwelijk treden"
"in dienst treden"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

treden
Werkwoord
  • door druk met de voet op een andere plaats of in een bepaalde toestand brengen
"iets met voeten treden"
"klei treden"

Synoniemen

Hyperoniemen

trede (de ~ | meervoud treden)
Zelfstandig naamwoord
  • stap; het verzetten v.d. voet; pas; voetstap

Synoniemen

Hyperoniemen

tred (de ~ | meervoud treden)
Zelfstandig naamwoord
  • gang; manier van lopen
"met vaste tred"
"gelijke tred houden met [iets/iemand]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

trede (de ~ | meervoud treden)
Zelfstandig naamwoord
  • staaf of stang die gedeeltelijk onder een zwaar voorwerp wordt gebracht om, door kracht uit te oefenen op het andere eind, dit op te heffen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

trede (de ~ | meervoud treden)
Zelfstandig naamwoord
  • plank die dient als opstap

Synoniemen

Hyperoniemen

trede (de ~ | meervoud treden)
Zelfstandig naamwoord
  • elk v.d. delen waaruit een trap bestaat
"de onderste/bovenste trede van de (maatschappelijke) ladder"
"een smalle/brede/uitgesleten trede"

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. opklapbare treden,
  2. alle treden;
  3. Treden voor passagiers
  4. TREDEN VOOR PASSAGIERS
  5. Overige treden (mm)
  6. Trappen en treden
  7. Overige treden E
  8. Inklapbare treden functioneren niet correct.
  9. Inklapbare treden functioneren niet correct.
  10. Technische voorschriften voor intrekbare treden
  11. volledig onafhankelijk op te treden,
  12. Geldt ook voor treden van trappen.
  13. Alle treden moeten een slipvrij oppervlak hebben.
  14. Treden (zie bijlage 4, figuur 8)
  15. Zij treden af op 1 januari 2007.