Betekenis van:
toerisme

toerisme
Zelfstandig naamwoord
  • het reizen voor ontspanning
"Hij werkt bij een bedrijf dat gespecialiseerd is in toerisme."
toerisme (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het reizen als ontspanning; verkeer van buitenlanders

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Toerisme
  2. toerisme.
  3. toerisme;
  4. Voor toerisme
  5. Hotelwezen en Toerisme
  6. visa voor toerisme;
  7. Met inbegrip van toerisme.
  8. Théâtre national Toerisme Vlaanderen
  9. Ontwikkeling toerisme en vrijetijdsactiviteiten
  10. Hotels en restaurants (toerisme)
  11. Toerisme en vrije tijd
  12. Toerisme en ambachtelijke productie.
  13. Toerisme en ambachtelijke productie
  14. Toerisme en regionale ontwikkeling
  15. Toerisme, accommodatie en recreatie