Betekenis van:
stof

stof (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • materiaal, onderwerp
"stof tot nadenken (geven)"
"verplichte stof (voor een examen)"

Synoniemen

Hyperoniemen

stof (de ~ | meervoud stoffen)
Zelfstandig naamwoord
  • stof; substantie; materie
"organische stof"
"vaste stof"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

stof
Zelfstandig naamwoord
  • zeer fijn droog zand op de wegen

Hyperoniemen

Hyponiemen

stof
Zelfstandig naamwoord
  • heel kleine deeltjes
stof
Zelfstandig naamwoord
  • materiaal, chemische verbinding
stof
Zelfstandig naamwoord
  • weefsel, textiel
stof
Zelfstandig naamwoord
  • tot gruis gemalen of uiteengevallen vaste stof

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Deze stof houdt zich goed.
  2. Hij is allergisch voor stof.
  3. Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
  4. We zijn stof en schaduw
  5. Op de woordenboeken ligt niets dan stof, op de mijne tenminste.
  6. Bedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren
  7. Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten.
  8. Stof
  9. Stof
  10. Stof.
  11. Stof
  12. Oppervlakteactieve stof/stabiliserende stof
  13. Vochtvasthoudende stof/oppervlakteactieve stof
  14. Werkzame stof:
  15. Huidbruinende stof