Betekenis van:
steeg

steeg (de ~ | meervoud stegen)
Zelfstandig naamwoord
  • nauw straatje
"een smalle/nauwe steeg"

Hyperoniemen

steeg
Zelfstandig naamwoord
  • zeer smal straatje
steeg
Bijvoeglijk naamwoord
  • koppig; koppig; koppig; onbuigzaam; koppig; stuurs; halsstarrig; koppig

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De prijs van rijst steeg met drie procent.
  2. Deze invoer steeg sneller dan het EG-verbruik, dat in dezelfde periode met 17 % steeg.
  3. De verkoop in de EG steeg met 3 %, waardoor het marktaandeel met 2 % steeg.
  4. De winstgevendheid van dit product steeg in de beoordelingsperiode.
  5. In de beoordelingsperiode steeg de kasstroom met 64 %.
  6. In de beoordelingsperiode steeg de productiecapaciteit met 18 %.
  7. Het aantal werknemers steeg gedurende de beoordelingsperiode met 3 %.
  8. Van 2002 op 2003 steeg de invoer met 15 %.
  9. Tijdens de beoordelingsperiode steeg het verbruik met 41 %.
  10. Het steeg van 47 % in 2005 tot 85 % in 2006.
  11. De uitvoer van de bedrijfstak van de Gemeenschap steeg voortdurend.
  12. In de beoordelingsperiode steeg de productiecapaciteit in totaal met 8 %.
  13. In de beoordelingsperiode steeg de productiecapaciteit met 21 %.
  14. Hierdoor steeg het Noorse marktaandeel met 17 % of 8,6 procentpunten.
  15. De gemiddelde invoerprijs steeg gedurende de gehele beoordelingsperiode.