Betekenis van:
spitsuur

spitsuur (het ~ | meervoud spitsuren)
Zelfstandig naamwoord
  • periode met druk verkeer; periode met druk verkeer
"in/tijdens het spitsuur"
"op de spitsuren"

Synoniemen

Hyperoniemen

spitsuur
Zelfstandig naamwoord
  • de tijd van de dag dat de drukte op de weg het grootst is
"Tijdens de spitsuren wordt de vluchtstrook opengesteld voor verkeer."
spitsuur
Zelfstandig naamwoord
  • topdrukte
"Momenteel is het spitsuur in de winkel."