Betekenis
Bijvoeglijk naamwoord
-
schrilvervuld van een krachtig en volhardend streven om een doel te bereikenSynoniemen: energiek, geestkrachtig, pittig, veerkrachtig, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, snerpend
-
schrileen diepe indruk achterlatend; dringendSynoniemen: indringend, klemmend, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, snerpend
-
schrilad rem; paraatSynoniemen: gevat, ad rem, slagvaardig, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, snerpend
-
schrilgetuigend van diep nadenkenSynoniemen: diepzinnig, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, snerpend
-
schrilonaangenaam fel
"een schrille stem" -
schrilverstand hebbend, zijn verstand goed gebruikendSynoniemen: weldenkend, zinrijk, zinnig, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, snerpend
-
schrilzeer doend aan oor of oog
"Het dier slaakte een schrille kreet toen het door de wolf aangevallen werd."
Voorbeeldzinnen
- Het werkelijk voor 2003 geboekte overheidstekort steekt schril af bij het in het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van december 2002 vermelde streefcijfer voor het tekort van 0,9 % van het BBP.
- Dit staat in schril contrast met de constante of toegenomen marktaandelen (zie overweging 243) van de invoer met dumping uit China, Belarus en Rusland afzonderlijk, en met het toegenomen marktaandeel van de gecumuleerde landen gedurende de beoordelingsperiode.
- Het op 4 mei gerapporteerde tekortcijfer voor 2003 van 3,2 % van het BBP steekt schril af bij het begin maart meegedeelde cijfer van 1,7 % van het BBP, dat aan het einde van dezelfde maand werd bijgesteld tot 2,95 % van het BBP, nadat de nieuwe regering het initiatief had genomen om tot een grondige controle van de openbare financiën over te gaan.