Betekenis van:
reu

reu (de ~ | meervoud reuen)
Zelfstandig naamwoord
  • mannetjeshond; mannetjeshond, -vos, -wolf, -das

Synoniemen

Hyperoniemen

reu
Zelfstandig naamwoord
  • een mannelijke hond

Voorbeeldzinnen

  1. Honden waarmee gefokt wordt, dienen zoveel mogelijk te worden gehuisvest als paren of groepen van compatibele individuen of in groepen bestaande uit een reu en meerdere teven.