Betekenis van:
rendabel

rendabel
Bijvoeglijk naamwoord
  • lonend; rendabel; winstgevend; voordelig; lucratief; economisch rendabel; rendabel
"een rendabel(e) bedrijf/onderneming/(bus)lijn"
"niet (meer/langer) rendabel"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Maar deze activiteit moet op termijn zonder steun rendabel zijn.
  2. De bouw van de beide installaties was een rendabel besluit.
  3. Zou de investering zonder de steun voldoende rendabel zijn geweest?
  4. Volgens SIDE zijn alle bestellingen rendabel, ongeacht de aard ervan.
  5. Volgens de Franse autoriteiten zijn sommige bestellingen duidelijk niet rendabel, waardoor de toegekende steun is gerechtvaardigd.
  6. Zonder de vrijstelling zou de fabriek economisch niet rendabel zijn en moeten sluiten.
  7. Bepaalde opdrachten van 500 FRF konden rendabel zijn en andere niet.
  8. Omdat het niet rendabel is te vervoeren, is de geografische markt voor cement regionaal of multiregionaal.
  9. Ten tweede concludeert de Commissie dat ook de nieuwe investeringen in bio-energie rendabel zijn.
  10. Het gaat om een normale activiteit van een rederij die haar activa rendabel wenst te maken.
  11. Uit de berekeningen bleek echter dat het project niet rendabel zou zijn.
  12. De steun zou een marktfalen corrigeren, aangezien het project zonder overheidssteun niet rendabel zou zijn.
  13. Deze strategie is immers van vitaal belang om de onderneming opnieuw rendabel te maken.
  14. Volgens de Belgische autoriteiten zijn deze activiteiten rendabel of komen zij in de buurt daarvan.
  15. Het vervoer van ammonia is alleen over zee rendabel, mits havens beschikken over de juiste opslagfaciliteiten.