Betekenis van:
rampzalig

rampzalig
Bijvoeglijk naamwoord
  • op een ramp uitdraaiend
"Die overstroming heeft rampzalige gevolgen!"
rampzalig
Bijvoeglijk naamwoord
  • rampzalig; erg ellendig

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De Griekse autoriteiten zijn van mening dat een negatief besluit en de daaruit voortvloeiende terugvordering van de betrokken bedragen rampzalig zou zijn voor het land.