Betekenis van:
onbeschadigd

onbeschadigd
Zelfstandig naamwoord
  • gaaf; ongedeerd; niet beschadigd; intact
"een onbeschadigde reputatie"
"gelukkig was de vaas onbeschadigd"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Is het zegel onbeschadigd?
  2. Borst- en buikvlies moeten onbeschadigd blijven, behalve om ophanging van de voorvoet te vergemakkelijken.
  3. 0,59; pijpleidingen die overeenkomstig artikel 15.02, dertiende lid, onder c), zijn aangelegd kunnen als onbeschadigd worden beschouwd”
  4. Het steeltje mag ontbreken op voorwaarde dat het breukvlak netjes is en de schil eromheen onbeschadigd is.
  5. De in artikel 4, lid 2, onder c), bedoelde kleurreactietest wordt als volgt uitgevoerd: Met een aanwasboor worden op plekken waar de bast onbeschadigd is en die zich ten minste 1 m van de uiteinden van de stam bevinden, monsters genomen over de hele dikte van het spint.