Betekenis van:
onbekwaam

onbekwaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet bekwaam; gebrekkig; onbekwaam; gehandicapt

Synoniemen

Hyperoniemen

onbekwaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet bevoegd tot rechtshandelingen
onbekwaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • (van een persoon) niet in staat om bepaalde taken of functies goed uit te voeren
onbekwaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • dronken; beschonken; zat; beschonken; dronken; dronken; beschonken

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. nadere bijzonderheden over door wettelijke of toezichthoudende autoriteiten (met inbegrip van erkende beroepsorganisaties) officieel en openbaar geuite beschuldigingen en/of opgelegde sancties waarvan een dergelijke persoon het voorwerp heeft uitgemaakt, en vermelding van het feit of een dergelijke persoon in ten minste de voorgaande vijf jaar ooit door een rechterlijke instantie onbekwaam is verklaard om te handelen als lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van een uitgevende instelling of in het kader van het beheer of de uitoefening van de activiteiten van een uitgevende instelling.