Betekenis van:
oktober

oktober (de ~ | meervoud oktobers)
Zelfstandig naamwoord
  • tiende maand v.h. jaar; benaming voor oktober
"in oktober"

Synoniemen

Hyperoniemen

oktober
Zelfstandig naamwoord
  • de tiende maand van het jaar
"De sterrenbeelden voor oktober zijn Weegschaal en Schorpioen."
oktober
Zelfstandig naamwoord
  • de tiende maand van het jaar
"De sterrenbeelden voor oktober zijn Weegschaal en Schorpioen."

Voorbeeldzinnen

  1. Tom hoopt je in oktober te zien.
  2. Ik ben geboren op 10 oktober 1972.
  3. In oktober beginnen de bladeren te vallen.
  4. Oktober
  5. oktober
  6. Oktober-november
  7. oktober 2009
  8. oktober 2003
  9. Oktober 2007
  10. Oktober 1999
  11. September/ oktober
  12. 15 oktober
  13. Oktober 1998
  14. Oktober 2005
  15. OKTOBER 2009