Betekenis van:
niets

niets
Onbepaald voornaamwoord
  • geen enkel ding, geen enkele zaak
"Hij was op de markt, maar hij kocht helemaal niets."

Voorbeeldzinnen

  1. Niets te danken!
  2. Ik heb niets.
  3. Hij zei niets.
  4. Niets hiervan is goed.
  5. Er ontbreekt niets.
  6. Er is hier niets.
  7. Het is niets ernstig.
  8. Ik kan niets zien.
  9. Ik heb niets gezien.
  10. Zij geven niets.
  11. Ze heeft niets gezegd.
  12. Zo iemand lukt niets.
  13. Er is niets veranderd.
  14. Ik heb niets geleerd.
  15. Uit niets wordt niets