Betekenis van:
niets
niets
Onbepaald voornaamwoord
- geen enkel ding, geen enkele zaak
"Hij was op de markt, maar hij kocht helemaal niets."
Voorbeeldzinnen
- Niets te danken!
- Ik heb niets.
- Hij zei niets.
- Niets hiervan is goed.
- Er ontbreekt niets.
- Er is hier niets.
- Het is niets ernstig.
- Ik kan niets zien.
- Ik heb niets gezien.
- Zij geven niets.
- Ze heeft niets gezegd.
- Zo iemand lukt niets.
- Er is niets veranderd.
- Ik heb niets geleerd.
- Uit niets wordt niets