Betekenis van:
molecuul

molecuul
Zelfstandig naamwoord
  • een neutraal deeltje bestaande uit meer dan één door chemische bindingen bijeengehouden atomen
"Water bestaat uit molecuul H2O."

Voorbeeldzinnen

  1. Ieder molecuul in ons lichaam heeft een unieke vorm.
  2. met een molecuul water: maximaal 8,0 %
  3. Het bevat 3/4 molecuul NaOH
  4. Natriumdiacetaat is een verbinding van een molecuul natriumacetaat met een molecuul azijnzuur
  5. Citroenzuur kan watervrij zijn of 1 molecuul water bevatten.
  6. de plaats van gelabelde atomen in het molecuul.
  7. Dinatriumzout van citroenzuur met 1 1/2 molecuul water
  8. ethers met vijf of meer koolstofatomen per molecuul
  9. Molecuul- en structuurformule (met Smiles-notatie, indien beschikbaar)
  10. Een organische peroxide is een organisch molecuul dat een „peroxide” of zuurstof-zuurstofverbinding bevat (-O-O-).
  11. Wijnsteenzuur is een „chiraal” molecuul, d.w.z. dat er verschillende geometrische vormen van bestaan.
  12. indien het molecuul geen chemische groepen bevat die met explosieve eigenschappen worden geassocieerd; of
  13. "Transfer laser" (6): een "laser" waarbij het lasermedium wordt geëxciteerd door de overdracht van energie door middel van botsing van een niet-stralend atoom of molecuul op een atoom of molecuul dat laserstraling uitzendt.
  14. „fluorkoolwaterstof”: een organische verbinding bestaande uit koolstof, waterstof en fluor, die per molecuul maximaal zes koolstofatomen bevat;
  15. Het polysacharide met een hoog molecuulgewicht bestaat voornamelijk uit tetrasacharide-eenheden met één molecuul rhamnose, één molecuul glucuronzuur, en twee moleculen glucose, gesubstitueerd met acylgroepen (glyceryl en acetyl) als O-glycoside-gekoppelde esters.