Betekenis van:
mikken

mikken
Werkwoord
  • richten op een doel
"Er zijn ook veel films die op een breder volwassen publiek mikken en ook door kinderen of jongeren worden bekeken en geapprecieërd, zoals bijvoorbeeld monsterfilms."
mikken
Werkwoord
  • gericht werpen
"Op den akker waren de arbeiders aan het poten der late aardappelen; achter iederen arbeider, die met den pootstok de gaten maakte in den omgeploegden grond, een jongen met een mandje vol poters in de linkerhand, om daaruit met de vrije rechterhand in elk kuiltje een aardappel te mikken. "
mikken
Werkwoord
  • (iets) door krachtig met de arm te zwaaien vanuit de hand naar iets of iem. anders laten gaan
"de bal in de hoek mikken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

mikken
Werkwoord
  • mikken; op een doel richten
"op een schietschijf mikken"
"op een konijn mikken"

Synoniemen

Hyperoniemen

mik (de ~ | meervoud mikken)
Zelfstandig naamwoord
  • voedsel bestaande uit gekneed, gerezen en gebakken deeg
"dikke mik!"
"het is dikke mik tussen die twee!"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord

mikken
een vervoeging van afmikken
mikken
een vervoeging van uitmikken