Betekenis van:
loodrecht

loodrecht
Bijvoeglijk naamwoord
  • in een hoek van negentig graden; een rechte hoek vormend; loodrecht
"loodrecht staan op"
"een loodrechte lijn"

Synoniemen

Hyperoniemen

loodrecht
Bijvoeglijk naamwoord
  • verticaal, in één lijn met het middelpunt van de aarde
"De raket vloog loodrecht omhoog."
loodrecht
Bijvoeglijk naamwoord
  • in een rechte hoek (90 graden)

Voorbeeldzinnen

  1. loodrecht h [m]
  2. een trektest loodrecht op de omtreklas;
  3. een trektest loodrecht op de langslas;
  4. De plaat moet loodrecht of nagenoeg loodrecht op het symmetrievlak van de trekker staan.
  5. 5 g in horizontale richting loodrecht op de rijrichting
  6. moet loodrecht staan op het middenlangsvlak van het voertuig;
  7. Het testlichaam moet loodrecht op deze bewegingsrichting worden gehouden.
  8. indien het proefstuk loodrecht op de walsrichting is uitgenomen
  9. 8 g in horizontale richting loodrecht op de rijrichting
  10. Oefen zodanig kracht uit dat de scheidingslijn tussen het plakband en de plaat loodrecht op deze kracht en loodrecht op de plaat staat.
  11. 5 % voor het vlak loodrecht op de overlangse symmetrieas van het voertuig.
  12. slechts aan de voorzijde is vastgemaakt over de kuil en loodrecht staat op de lengteas;
  13. de hartlijn van de gleuf loodrecht staat op de hartlijn van de wagen;
  14. Het horizontale vlak, het langsvlak en het zijvlak staan loodrecht op elkaar (zie figuur 2).
  15. „dwarsvlak”: het verticale dwarsvlak, loodrecht op het middellangsvlak van het voertuig;