Betekenis van:
loden

loden
Bijvoeglijk naamwoord
  • van de stof loden
"een loden jas"
loden
Bijvoeglijk naamwoord
  • van lood
"loden last"
"loden pijp"
loden
Bijvoeglijk naamwoord
  • van lood vervaardigd
"Zijn stoffelijk overschot werd in een loden kist bewaard."
loden
Zelfstandig naamwoord
  • waterdichte, zware dichte wollen stof, doorgaans groen van kleur
"Hij jager was gekleed zijn loden overjas."
loden (de/het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • sterke dikke wollen stof

Hyperoniemen

lood (het ~ | meervoud loden)
Zelfstandig naamwoord
  • touw met gewichtje; touw met gewichtje
"uit het lood geslagen zijn"
"in het lood (staan)"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

loden
Werkwoord
  • de waterdiepte peilen met een dieplood, en eventueel tevens een monster van de bodem nemen door een vetgemaakte holte in de onderkant van het dieplood
"Bij het loden bleef de diepte gelijk evenals de soort opgehaalde grond."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. containers en dergelijke laadkisten met loden bekleding ter afscherming van radioactieve straling, voor het vervoer van radioactieve stoffen (Euratom)
  2. bergingsmiddelen met loden bekleding ter afscherming van radioactieve straling, voor het vervoer of de opslag van radioactieve stoffen (Euratom)
  3. In het geval van loden lagerschalen en -zuigers, zoals beschreven in punt 4 van de bijlage, zal de Commissie tegen 1 juli 2007 nagaan of de einddatum van de geldigheidsduur van de vrijstelling moet worden herzien om te garanderen dat loodvrije technologie in alle motoren en transmissies kan worden toegepast zonder de goede werking ervan te verstoren.