Betekenis van:
lelijk

lelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • onprettig om naar te kijken, niet mooi
"Dat is een lelijk huis."
lelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • dat de zinnen, vooral het gezicht, onaangenaam aandoet
"zo lelijk als de nacht"
"lelijk kijken"

Synoniemen

lelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • gemeen
"lelijke bedrieger"
"een lelijke opmerking"

Synoniemen

lelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet bevorderlijk voor zeker doel
"lelijk terechtkomen"
"er lelijk naast zitten"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Deze stoel is lelijk.
  2. Ze had een lelijk kleed aan.