Betekenis van:
klinisch

klinisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • mbt. een kliniek
"klinische behandeling/zorg"
"klinisch(e) onderzoek/observatie"
klinisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • rechtlijnig, geen emoties tonend

Synoniemen

Hyperoniemen

klinisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • direct voor de arts (hulpverlener) zichtbaar

Voorbeeldzinnen

  1. klinisch afval
  2. Klinisch onderzoek: …..
  3. Klinisch onderzoek:
  4. Klinisch onderwijs
  5. klinisch gezond zijn,
  6. Klinisch-forensische apparatuur en benodigdheden
  7. Klinisch onderzoek (zie de velden onder 5.
  8. isolatie van mazelenvirus uit een klinisch monster;
  9. isolatie van lyssavirus uit een klinisch monster;
  10. tweewekelijks klinisch onderzoek in elke productie-eenheid;
  11. Voorschriften voor het klinisch en farmacologisch onderzoek
  12. isolatie van rubellavirus uit een klinisch monster;
  13. klinisch aangetaste varkens op de besmette bedrijven
  14. detectie van nucleïnezuur van rubellavirus in een klinisch monster;
  15. detectie van nucleïnezuur van Coxiella burnetii in een klinisch monster;