Betekenis van:
klant

klant (de ~ | meervoud klanten)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die iets koopt of gebruikt
"een rare klant"
"er staan veel klanten in de winkel, ik ga niet in de rij staan"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

klant
Zelfstandig naamwoord
  • afnemer van een product of dienst van een leverancier

Voorbeeldzinnen

  1. Klant is koning.
  2. Ik ben maar een klant.
  3. Vrachtbrief klant
  4. Klant 2
  5. Klant 6
  6. Nieuwe klant
  7. Klant 5
  8. Klant 1
  9. Klant 4
  10. Klant 3
  11. Naam klant
  12. Waarde (inkomsten klant)
  13. klant”, de klant van de andere gemachtigde exploitant.
  14. EX-C903- apparatuur van klant
  15. EX- C903-apparatuur van klant