Betekenis van:
identiteitsbewijs

identiteitsbewijs (het ~ | meervoud identiteitsbewijzen)
Zelfstandig naamwoord
  • document dat identiteit aanduidt; document om zich te identificeren; identiteitsbewijs
"een vals/vervalst identiteitsbewijs"
"volgens de nieuwe identificatieplicht moet iedereen een identiteitsbewijs hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

identiteitsbewijs
Zelfstandig naamwoord
  • een document waaruit de identiteit van iemand blijkt
"Zij moesten hun identiteitsbewijzen tonen."

Voorbeeldzinnen

  1. Nationaal identiteitsbewijs: 680703-10-5821” .
  2. Nationaal identiteitsbewijs: 640120-01-5529”
  3. Bijnamen: Legija (vals identiteitsbewijs als IVANIC, Zeljko)
  4. Bijnaam: Legija (vals identiteitsbewijs als IVANIC, Zeljko)
  5. Bijnaam: Legija (vals identiteitsbewijs als IVANIC, Zeljko)
  6. Nadere gegevens (functie/titel, geboortedatum en -plaats, nummer paspoort/identiteitsbewijs)
  7. Bijnamen: Legija (vals identiteitsbewijs als IVANIC, Zeljko (IVANIĆ, Željko))
  8. Nationaal identificatienumer: Italiaans identiteitsbewijs nr. AE 1111288 (Vervaldatum 21.3.2005).
  9. Nationaal identificatienummer: Duits identiteitsbewijs nr. 1312072688, vervalt op 29.10.2005.
  10. Type, nummer en instantie van afgifte van het identiteitsbewijs;
  11. Nationaal identificatienummer: Italiaans identiteitsbewijs nr. AE 1111288 (Vervaldatum 21.3.2005).
  12. nummer, datum en plaats van afgifte van het paspoort of identiteitsbewijs; autoriteit die het paspoort of identiteitsbewijs heeft afgegeven, datum waarop de geldigheid verstrijkt;
  13. Partijen en hun vertegenwoordigers wordt gevraagd om overlegging van hun identiteitsbewijs, paspoort, beroepskaart of ander legitimatiebewijs.
  14. Nationaal identiteitsbewijs: 640120-01-5529.” op de lijst „Natuurlijke personen” wordt vervangen door:
  15. origine van het paspoort of identiteitsbewijs waarvan de gezochte persoon houder is;