Betekenis van:
hypotheek

hypotheek (de ~ | meervoud hypotheken)
Zelfstandig naamwoord
  • geldlening met een huis als onderpand
"een zware hypotheek"
"de rente op een hypotheek"

Hyperoniemen

Hyponiemen

hypotheek
Zelfstandig naamwoord
  • een geldsom met een onroerend goed als pand
"We zijn al jaren bezig met het aflossen van onze hypotheek."

Voorbeeldzinnen

  1. er is een aanvullende hypotheek van 941965,12 PLN gevestigd
  2. er is een aanvullende hypotheek van 235888,50 PLN gevestigd
  3. Financiële redenen: problemen met betalen van huur/hypotheek.
  4. er is een aanvullende hypotheek van 4641357,06 PLN gevestigd
  5. er is een aanvullende hypotheek van 99379 PLN gevestigd
  6. er is een aanvullende hypotheek van 1364127,70 PLN gevestigd
  7. er is een aanvullende hypotheek van 3538324,00 PLN gevestigd
  8. er is een aanvullende hypotheek van 7712474,51 PLN gevestigd
  9. er is een aanvullende hypotheek van 6664579,03 PLN gevestigd
  10. er is een aanvullende hypotheek van 8886112,11 PLN gevestigd
  11. BankCo zal als hypotheek- en spaarbank actief zijn.
  12. er is een aanvullende hypotheek van 1173659,60 PLN gevestigd
  13. er is een aanvullende hypotheek van 9097672,45 PLN gevestigd
  14. Schuldinstrumenten met hypotheek- en huisvestingsobligaties als gestelde zekerheden uitwisselen.
  15. er is een aanvullende hypotheek van 2790305,40 PLN gevestigd