Betekenis van:
halzen

hals (de ~ | meervoud halzen)
Zelfstandig naamwoord
  • smalle bovenste gedeelte
"de hals van een viool/gitaar"
"de hals van een fles"

Hyperoniemen

hals (de ~ | meervoud halzen)
Zelfstandig naamwoord
  • opening voor de nek in kledingstukken
"een laag uitgesneden hals"
"een wijde hals"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. ruggen; halzen; ruggen met halzen; staarten; vleugelspitsen