Betekenis van:
grappig

grappig
Bijvoeglijk naamwoord
  • grappig, amusant
"een grappige opmerking/film"

Synoniemen

Hyperoniemen

grappig
Bijvoeglijk naamwoord
  • de lust tot (glim-) lachen opwekkend
"Het kind lacht om de grappige clown."

Voorbeeldzinnen

  1. Dit is niet grappig.
  2. Dit is niet grappig.
  3. Je bent een grappig meisje.
  4. De clown trok een grappig gezicht.
  5. Zijn hoed zag er heel grappig uit.
  6. Hij is grappig
  7. I snap echt niet wat er zo grappig is.
  8. Alles is grappig, zolang het met iemand anders gebeurt.
  9. Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.