Betekenis
Bijvoeglijk naamwoord
-
getrouw(van personen) te vertrouwen, zo dat men zich erop kan verlaten
"[zijn afspraak] getrouw blijven"Synoniemen: betrouwbaar, degelijk, vertrouwenwekkend, solide -
getrouwiemand die zorgvuldig handelt naar gelang zijn of haar verantwoordelijkheden.Synoniemen: plichtsgetrouw, plichtbewust, plichtgetrouw, plichtsbewust
iemand die doet wat hij of zij verplicht is te doen of wat men van die persoon mag verwachten.
Voorbeeldzinnen
- Getrouw beeld en naleving van de IFRSs
- Zij geven een getrouw beeld van:
- Om een getrouw beeld te bereiken, moet een entiteit tevens:
- 17 In vrijwel alle omstandigheden wordt een getrouw beeld verkregen door naleving van de toepasselijke IFRSs.
- De rekeningen moeten regelmatig, waarheidsgetrouw en volledig zijn, alsook een getrouw beeld geven van:
- De rating bevat impliciet een beoordeling van de bank en geeft een getrouw beeld van het totale wanbetalingsrisico.
- De conclusie luidde dat dit in strijd was met IASĀ 1 (de jaarrekening moet een getrouw beeld geven).
- De toepassing van de IFRSs, met waar nodig aanvullende informatie, wordt geacht te leiden tot een jaarrekening die een getrouw beeld geeft.
- dat zij de toepasselijke IFRSs heeft nageleefd, maar dat een bepaalde vereiste niet is nageleefd teneinde een getrouw beeld te bewerkstelligen;
- voor elke verslagperiode, de door het management noodzakelijk geachte aanpassingen van de posten in de jaarrekening om een getrouw beeld te bewerkstelligen.