Betekenis van:
gericht

gericht
Zelfstandig naamwoord
  • met een bepaalde richting
"gericht schieten"
gericht (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het spreken van recht
"met iemand in het gericht treden/komen"
"het Jongste Gericht"

Synoniemen

Hyperoniemen

gericht
Bijvoeglijk naamwoord
  • groot, nuttig effect hebbend
"gerichte maatregelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De opmerking was naar jou toe gericht.
  2. Gericht
  3. gericht
  4. gericht
  5. gericht 1,5 %
  6. gericht 100 %
  7. Voornamelijk gericht op [4]
  8. Maatregelen gericht op kostenbesparing
  9. Maatregelen gericht op kostenbesparing.
  10. (steekproef of gericht)
  11. Actief, gericht of passief
  12. Monsterneming (steekproef of gericht)
  13. Deze beschikking is gericht tot:
  14. Deze beschikking is gericht tot:
  15. Dit besluit is gericht tot: