Betekenis
Bijvoeglijk naamwoord
-
gedegendegelijk, grondig
"Zij heeft zich gedegen voorbereid." -
gedegenin de natuur als zodanig voorkomend
"Koper in gedegen vorm, vind je soms in de natuur."
Voorbeeldzinnen
- gedegen en doeltreffende controle van de uitgaven.
- De kredietverlening geschiedt op basis van gedegen en welomschreven criteria.
- de gebieden die aan specifieke beperkingen op milieugebied zijn onderworpen, met een gedegen motivering.
- Gedegen kennis hebben van soorten ventielen, aandrijvingsmechanismen, veilige hantering, preventie van uitstroming en lekkage.
- Gedegen kennis hebben van de verschillende soorten brandbeveiligingsapparatuur met gefluoreerde broeikasgassen op de markt.
- De lidstaten spannen zich in om het deskundigenteam beveiligde huisvesting, lichaamspantsering en gedegen bescherming binnen Irak te verstrekken.
- Gedegen kennis hebben van apparatuur die en gereedschap dat nodig is voor veilige hantering en veilig werken.
- De centrale autoriteiten behandelen de zaak zo spoedig als een gedegen onderzoek van de inhoud ervan het toelaat.
- een gedegen technische en beroepsopleiding die alle beoordelingsactiviteiten ten behoeve van de overeenstemming omvat waarvoor de keuringsinstantie is aangemeld;
- UNIDIR zal de HV daartoe een lijst voorleggen van mogelijke onderzoeksinstellingen en individuele deskundigen met een gedegen achtergrondkennis van aangelegenheden die specifiek te maken hebben met een WHV.