Betekenis van:
gauwdief

gauwdief (de ~ | meervoud gauwdieven)
Zelfstandig naamwoord
  • behendige dief
"een beruchte gauwdief"
"een gauwdief betrappen"

Hyperoniemen

gauwdief (de ~ | meervoud gauwdieven)
Zelfstandig naamwoord
  • misdadiger, schurk
"een beruchte gauwdief"
"een gauwdief betrappen"

Synoniemen

Hyperoniemen