Betekenis van:
ernstig

ernstig
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder grappen en serieus
"Op een ernstige toon sprak de meester zijn leerlingen toe}}."
ernstig
Bijvoeglijk naamwoord
  • erg, geweldig
"een ernstig getroffen gebied"
"een ernstige vergissing/beschuldiging"

Synoniemen

ernstig
Bijvoeglijk naamwoord
  • gemeend; serieus
"zich ernstig(e) zorgen maken"
"iets (niet (al te)) ernstig nemen/opvatten"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Je bent ernstig ziek.
  2. Het is niets ernstig.
  3. Tom was ernstig in elkaar geslagen.
  4. Men zegt dat hij ernstig ziek is.
  5. Tom heeft een ernstig ongeluk gehad.
  6. In de zeven jaar die hij in Japan doorgebracht heeft, heeft hij ernstig Japans gestudeerd.
  7. Ernstig
  8. Ernstig
  9. Ernstig
  10. Ernstig ziek
  11. Kaak (ernstig)
  12. Ernstig letsel.
  13. Ernstig letsel.
  14. Ernstig risico
  15. Ernstig aangetast