Betekenis van:
elan

elan
Zelfstandig naamwoord
  • animo.
"Die nieuwe stijl moet de winkel een nieuw elan geven."
elan (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • geestdrift, het geheel van iets vervuld zijn
"een nieuw elan"
"iets met elan doen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Op 21 november 2001 heeft de Commissie een witboek „Een nieuw elan voor Europa's jeugd” goedgekeurd, waarin een kader voor samenwerking op jeugdgebied wordt voorgesteld ter verbetering van inspraak, voorlichting en vrijwilligerswerk van jongeren en het inzicht in de jongerenproblematiek.
  2. De Europese Raad van maart 2005 heeft besloten de strategie van Lissabon een nieuw elan te geven door deze volledig te richten op de groei en de werkgelegenheid in Europa [1].
  3. de ondersteuning van specifieke initiatieven, met inbegrip van onderzoeksactiviteiten, studies, proefprojecten en gezamenlijke projecten, die bestemd zijn om daadwerkelijk en op soepele wijze te beantwoorden aan samenwerkingsdoelstellingen die voortvloeien uit ontwikkelingen in de bilaterale betrekkingen tussen de Gemeenschap en de partnerlanden, of een nieuw elan te geven aan de verdere verdieping en verruiming van de bilaterale betrekkingen met de partnerlanden.
  4. Deze globale richtsnoeren voor het economisch beleid (hierna „GREB” genoemd) zijn dan ook de afspiegeling van het nieuwe elan van de strategie van Lissabon en zij zijn erop gericht het economisch beleid te doen bijdragen tot meer groei en meer banen.
  5. Om door te kunnen gaan op het elan voor verdere uitvoering dat in deze verdragsluitende staten is gevonden, kan voor de specifieke gebieden waarop deze staten verdere steun nodig achten, in 2006 financiële steun van de Europese Unie ter beschikking worden gesteld.