Betekenis van:
controleren
controleren
Werkwoord
- inspecteren, toezichthouden, onderzoeken, nazien
controleren
Werkwoord
- beheersen, overheersen
Voorbeeldzinnen
- Je moet je ogen laten controleren.
- Ik wilde net mijn e-mail gaan controleren.
- Je moet het niveau van de koelvloeistof in de motor regelmatig controleren.
- te controleren:
- te controleren:
- Te controleren punten
- De inspecteurs controleren systematisch:
- Aantal te controleren bedrijven
- Controlestatistieken, te controleren populatie
- Aantal te controleren dieren
- De inspecteurs controleren:
- Zij controleren met name:
- Aantal te controleren ondernemingen:
- Voorgesteld aantal te controleren ondernemingen:
- BAM’s controleren eurobankbiljetten op echtheid