Betekenis van:
buitengaan

buitengaan
  • Van binnen naar buiten gaan.

Voorbeeldzinnen

  1. Hebt ge hem zien buitengaan?
  2. De richel dient hoog genoeg te zijn om te voorkomen dat bij de reiniging mest de box instroomt, maar niet zo hoog dat de runderen bij het binnen- en buitengaan de voeten kunnen verwonden.