Betekenis van:
bips

bips (de ~ | meervoud bipsen)
Zelfstandig naamwoord
  • achterwerk; het achterste, de billen, van mens of dier; achterwerk; het achterste, de billen, van mens of dier; bips; billen; achterste; achterwerk; billen; achterste; billen; achterwerk
"je bips afvegen"
"een blote bips"

Synoniemen

Hyperoniemen

bips
Zelfstandig naamwoord
  • billen