Betekenis van:
bezopen

bezopen
Bijvoeglijk naamwoord
  • bijzonder dronken
"De bezopen automobilist veroorzaakte een ernstig ongeval."
bezopen
Bijvoeglijk naamwoord
  • bijzonder onzinnig
"Wat een bezopen maatregel hebben ze daar in Brussel nu weer bedacht!"
bezopen
Bijvoeglijk naamwoord
  • dronken; beschonken; zat; beschonken; dronken; dronken; beschonken
"straal bezopen"

Synoniemen

bezopen
Bijvoeglijk naamwoord
  • een landmassa die voor het grootste deel door water omgeven wordt en slechts een (relatief) smalle verbinding heeft met het vasteland
  • een bedrag dat periodiek aan een bepaalde begunstigde wordt uitbetaald (normaal gesproken uit een lijfrenteverzekering).

Synoniemen