Betekenis van:
beschonken

beschonken
Bijvoeglijk naamwoord
  • onder invloed van alcohol
"De beschonken bestuurder kreeg een boete van 160 euro."
beschonken
Bijvoeglijk naamwoord
  • dronken; beschonken; zat; beschonken; dronken; dronken; beschonken
"in beschonken toestand"
"licht beschonken"

Synoniemen

Werkwoord