Betekenis van:
belang

belang
Zelfstandig naamwoord
  • iets wat belangrijk is voor een persoon
"Hij heeft belang bij een snelle opstart van het bedrijf."
belang (het ~ | meervoud belangen)
Zelfstandig naamwoord
  • waarde; mate van belangrijkheid; mate van belangrijkheid; belang; belang; waarde
"een zaak van weinig belang"
"een drukte van belang"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Hij deed al wat hij kon in het belang van zijn kinderen.
  2. Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.
  3. Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.
  4. Algemeen belang
  5. relatief belang;
  6. Belang van de gebruikers
  7. BELANG VAN DE TOELEVERANCIERS
  8. Belang van andere producenten
  9. Belang van de gebruikers
  10. Projecten van gemeenschappelijk belang
  11. Verklaring van Europees belang
  12. Belang van de consumenten
  13. Belang van de toeleveringsbedrijven
  14. Belang op 31.12.2008 (in %)
  15. Belang van andere marktdeelnemers