Betekenis van:
beginnen

beginnen
Werkwoord
  • iets gaan doen
"wit begint"
"aan kinderen beginnen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

beginnen
Werkwoord
  • ''~ met'': voor het eerst gaan doen
"Ik wilde met het werk beginnen, maar moest eerst de juiste spullen halen."
beginnen
Werkwoord
  • initiëren
"Dit project werd begonnen in 2007."
beginnen
Werkwoord
  • een begin maken met
"een kapperszaak beginnen"
"[daarmee/'met hem'] valt niets te beginnen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

beginnen
Werkwoord
  • van een zeker ogenblik af gaan plaats hebben
"'de dag'/'het schooljaar'/'de film'/'de wedstrijd' begint"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Waar beginnen wij?
  2. Ge moet onmiddellijk beginnen.
  3. Laten we beginnen.
  4. Laat het spel beginnen!
  5. Laten we beginnen.
  6. Het experiment moet beginnen.
  7. We kunnen vanavond beginnen.
  8. De vredesonderhandelingen beginnen deze week.
  9. We beginnen dadelijk met het werk.
  10. Mag ik nu beginnen met eten?
  11. Ik weet niet waar te beginnen.
  12. In Europa beginnen de scholen in september.
  13. In oktober beginnen de bladeren te vallen.
  14. Laten we beginnen met die vraag.
  15. Mag ik nu beginnen met eten?