Betekenis van:
aftands

aftands
Bijvoeglijk naamwoord
  • versleten
"een aftandse fiets"
"het was wel een aftands zootje, de gebouwen waren vochtig en dat veroorzaakte schimmel"

Hyperoniemen

aftands
Bijvoeglijk naamwoord
  • ouderwets en niet meer bij de tijd
"Het aftandse huis werd vorig jaar gesloopt."