Betekenis van:
aftakking

aftakking (de ~ | meervoud aftakkingen)
Zelfstandig naamwoord
  • tak die opzij ontspruit uit een hoofdtak
"een aftakking naar [Duitsland]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

aftakking
Zelfstandig naamwoord
  • splitsing v.d. weg; tweesprong; soort weg- of spoorsplitsing

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Gasleiding van Algerijnse bronnen naar Italië, via Sardinië, met een aftakking naar Corsica
  2. Gaspijpleiding Algerije — Italië via Sardinië en Corsica met een aftakking naar Frankrijk
  3. Verbinding tussen Noordoost-Duitsland (regio Berlijn) en Noordwest-Polen (regio Szczecin), met een aftakking van Schmölln naar Lubmin (DE, regio Greifswald)
  4. De aansluiting wordt tot stand gebracht met behulp van een stuk rubberslang tussen de drukmeter en de aftakking, met een klep aan de meterinlaat om de leiding te kunnen ontluchten.