Betekenis van:
achttien

Voorbeeldzinnen

1. Ik ben achttien jaar oud.
2. Ik ben achttien jaar oud.
3. Je zou beter moeten weten nu je achttien bent.
4. Nu je achttien bent, mag je je rijbewijs halen.
5. De telefoon is uitgevonden door Bell in 1876 [achttien zesenzeventig].
6. "Wist je dat de dochter van de buurman al getrouwd is?" 'Je zegt niet! Ze is pas achttien!"
7. Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn er in gekropen.
8. Zij hebben betrekking op de volgende achttien luchtverbindingen:
9. De raad van bestuur telt achttien benoemde leden.
10. Achttien maanden na de inwerkingtreding van deze verordening:
11. De totale geschatte duur van de uitvoering van het project is achttien maanden.
12. achttien vertegenwoordigers die door de Raad op voordracht van elke betrokken lidstaat worden benoemd
13. De Raad van bewind bestaat uit achtentwintig bewindvoerders en achttien plaatsvervangers.
14. Zij blijven in functie gedurende de achttien maanden dat het Raadsprogramma loopt.
15. De kredietlijn werd echter geopend voor achttien maanden, een termijn die de toegestane termijn overschrijdt.