Betekenis van:
aard

aard (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • innerlijke gesteldheid van iem.
"dat ligt niet in zijn aard"
"de aard van het beestje"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

aard
Zelfstandig naamwoord
  • wezen, natuur, karakter
aard
Zelfstandig naamwoord
  • ''(in samenstellingen)'' met betrekking tot de aarde

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Het is moeilijk je aard te veranderen
  2. Het ligt misschien niet in je aard, maar je zou tenminste een beetje beleefd kunnen zijn.
  3. Aard
  4. Aard: …
  5. Aard
  6. Aard: …
  7. Aard (14)
  8. Aard (21)
  9. Blijvende aard
  10. Aard (9)
  11. de aard,
  12. 3 Aard
  13. Aard van het steuninstrument
  14. AARD VAN DE GARANTIE
  15. Aard van het inkomen: