Betekenis van:
ruiken

ruiken
Werkwoord
  • geur verspreiden; vies ruiken; geuren
"een uur in de wind ruiken"
"uit je mond ruiken"

Synoniemen

Hyperoniemen

ruiken
Werkwoord
  • geur waarnemen met de neus
ruiken
Werkwoord
  • een bepaalde geur verspreiden die met de neus waargenomen kan worden

Voorbeeldzinnen

  1. Lelies ruiken zoet.
  2. Zijn kleren ruiken altijd slecht.
  3. Mooie bloemen ruiken niet noodzakelijk zoet.
  4. Watervrij calciumacetaat is een witte hygroscopische volumineuze, kristallijne vaste stof met een enigszins bittere smaak die licht naar azijnzuur kan ruiken.
  5. De berenhokken moeten zo gelegen en gebouwd zijn dat de beer zich kan omdraaien en de andere varkens kan horen, ruiken en zien.