Betekenis van:
porselein
porselein (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- fijn geglazuurd aardewerk
"niet van porselein zijn"
"zo teer als porselein"
Hyperoniemen
porselein
Zelfstandig naamwoord
- fijn, geglazuurd aardewerk
"Die beeldjes van porselein zijn zeer waardevol."
porselein
Zelfstandig naamwoord
- voorwerpen van fijn, geglazuurd aardewerk
"Het porselein van de overleden grootouders zal bij verkoop veel opbrengen."
Voorbeeldzinnen
- Hij heeft een boek geschreven over porselein.
- Porselein
- van porselein
- Keuken- en tafelgerei van porselein
- Groothandel in porselein, glaswerk en reinigingsmiddelen
- Huishoudelijke en toiletartikelen, n.e.g., van porselein
- Artikelen van keramische stoffen, n.e.g., van porselein
- Artikelen van keramische stoffen, n.e.g., van porselein
- Verassingschalen van kwarts, porselein of platina.
- Groothandel in porselein, glaswerk en reinigingsmiddelen
- Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen, van porselein
- Apparaten en artikelen voor chemisch of ander technisch gebruik, porselein
- Vaatwerk, andere huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, van porselein
- CPA 23.41.11: Vaatwerk, andere huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, van porselein
- Gootstenen, ... en andere artikelen voor sanitair gebruik, van porselein